4°.
indien er sprake is van verdenking van een van de misdrijven omschreven in
de artikelen 141,
157,
285,
300 tot en met 303 of
350 van het Wetboek van Strafrecht, begaan op een voor het publiek toegankelijke plaats, dan wel gericht tegen personen met een publieke taak, waardoor maatschappelijke onrust is ontstaan en de berechting van het misdrijf uiterlijk binnen een termijn van 17 dagen en 15 uren na aanhouding van de verdachte zal plaatsvinden;