1.
Een bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis als bedoeld in
artikel 80 kan door het openbaar ministerie worden toegezonden aan de lidstaat van de Europese Unie waar de verdachte zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft, indien hij ermee instemt naar die staat terug te keren.
2.
Op verzoek van de verdachte kan het openbaar ministerie het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis toezenden aan een andere lidstaat dan de lidstaat, bedoeld in het eerste lid, indien de bevoegde autoriteit van die lidstaat daarmee instemt.
3.
Het openbaar ministerie geeft geen toepassing aan het eerste of tweede lid, dan nadat de rechter, bedoeld in
artikel 86, eerste lid, daartoe de opdracht heeft gegeven.