2.
Bestaat de straf uit geldboete of een maatregel als bedoeld in
artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, dan bepaalt het openbaar ministerie dat met de tenuitvoerlegging is belast, de dag of - in geval van toepassing van
artikel 24a van het Wetboek van Strafrecht - de dagen waarop de betaling uiterlijk moet geschieden. Het ziet erop toe dat de veroordeelde hierover tijdig wordt ingelicht. De verdachte behoeft niet nader te worden ingelicht indien in de strafbeschikking is vermeld op welke dag of dagen de betaling uiterlijk moet geschieden.
3.
Het openbaar ministerie kan uitstel van betaling verlenen of betaling in termijnen toestaan. Indien
artikel 24a van het Wetboek van Strafrecht is toegepast, kan het openbaar ministerie op verzoek van de veroordeelde schriftelijk een voor hem gunstiger regeling van de betaling toestaan.