1.
Een verzoekschrift om gratie schort de tenuitvoerlegging of ingang van de straf waarvan gratie wordt verzocht en waarvan de tenuitvoerlegging nog niet is aangevangen, op in de gevallen, waarin het verzoek betrekking heeft op een onherroepelijk vonnis of arrest met een veroordeling tot:
a°. een vrijheidsstraf van zes maanden of minder;
b°. een vrijheidsstraf van zes maanden of minder die voorwaardelijk was opgelegd en waarvan ingevolge artikel 14g of  77dd van het Wetboek van Strafrecht de tenuitvoerlegging is bevolen;
c°. een geldboete;
d°. een taakstraf.
2.
Een verzoekschrift om gratie schort voorts de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel op in de gevallen, waarin een jaar na het onherroepelijk worden van de rechterlijke beslissing waarvan gratie wordt verzocht, de tenuitvoerlegging, anders dan op verzoek van de veroordeelde, nog niet is aangevangen.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent het tijdstip van de aanvang van de tenuitvoerlegging, bedoeld in het eerste en tweede lid.
Inhoudsopgave
+ Eerste Boek. Algemeene bepalingen
+ Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
+ Derde Boek. Rechtsmiddelen
+ Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
+ Vijfde Boek. Internationale en Europese strafvorderlijke samenwerking
- Zesde Boek. Tenuitvoerlegging en kosten
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht