1.
De commandant kan een verrichting, waartoe hij op grond van een der bepalingen van deze Titel als zodanig dan wel na aanwijzing op grond van artikel 539d als opsporingsambtenaar bevoegd is, opdragen aan een onder zijn bevelen staande officier.
2.
De schipper kan een verrichting, waartoe hij op grond van een der bepalingen van deze Titel bevoegd is, opdragen aan een onder zijn bevelen staande scheepsofficier. De gezagvoerder van een luchtvaartuig kan een verrichting, waartoe hij op grond van een der bepalingen van deze Titel bevoegd is, opdragen aan een onder zijn bevelen staand lid van de bemanning.
Inhoudsopgave
+ Eerste Boek. Algemeene bepalingen
+ Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
+ Derde Boek. Rechtsmiddelen
- Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
+ Vijfde Boek. Internationale en Europese strafvorderlijke samenwerking
+ Zesde Boek. Tenuitvoerlegging en kosten
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht