1.
Aan de verdachte die geen raadsman heeft, wordt ambtshalve een raadsman toegevoegd wanneer
b.
de officier van justitie een strafbeschikking wil uitvaardigen en het bedrag dat daarmee is gemoeid het bedrag van € 115 overschrijdt of
c.
tegen hem een vervolging, anders dan door een strafbeschikking, is aangevangen wegens een feit waarvan in eerste aanleg de rechtbank, niet zijnde de kantonrechter, kennis neemt.
3.
De toevoeging geschiedt door of op last van de voorzitter van de rechtbank, onderscheidenlijk, wanneer hoger beroep is ingesteld tegen het eindvonnis in eerste aanleg, door de voorzitter van het gerechtshof.
4.
Het openbaar ministerie geeft aan de voorzitter van de rechtbank, dan wel van het gerechtshof, onverwijld schriftelijk kennis van de verplichting tot toevoeging ingevolge het eerste of van een verhoor als bedoeld in het tweede lid.