1.
Indien na de vernietiging van de onherroepelijke uitspraak geen straf of maatregel dan wel de maatregel, bedoeld in
artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht, wordt opgelegd, wordt, op verzoek van de gewezen verdachte of van zijn erfgenamen, wat betreft de ondergane straf of vrijheidsbenemende maatregel een schadevergoeding toegekend. De toekenning heeft plaats, voor zover daartoe, naar het oordeel van de rechter, gronden van billijkheid aanwezig zijn op de voet van de
artikelen 89 tot en met 93.