2.
Het rechtsgeding in de verwezen zaak of zaken wordt bij de Hoge Raad gevoerd op de voet van
artikel 476, eerste en derde tot en met vijfde lid, met dien verstande dat in het geval van het derde lid van dat artikel het onderzoek ook kan worden opgedragen aan een daartoe door de Hoge Raad uit zijn midden aangewezen raadsheer-commissaris. Tegen de beslissingen van de Hoge Raad is geen beroep of bezwaar toegelaten.