1.
Van iedere verklaring of inlevering, als bedoeld in de beide voorgaande artikelen, maakt de griffier eene akte op, die hij met dengene, die de verklaring aflegt of het bezwaarschrift inlevert, onderteekent. Indien deze niet kan teekenen, wordt de oorzaak van het beletsel in de akte vermeld. De griffier vraagt aan degene die de verklaring aflegt, naar het adres in Nederland waaraan de dagvaarding of oproeping voor de terechtzitting kan worden toegezonden.
2.
De schriftelijke volmacht in het eerste lid van het voorgaande artikel bedoeld, of, zoo zij voor een notaris in minuut is verleden, een authentiek afschrift daarvan, wordt aan de akte gehecht.
3.
Is hoger beroep of beroep in cassatie gedaan bij aangetekende brief, zo tekent de griffier onverwijld dag en uur van ontvangst op de brief aan.
4.
De akte of de aangeteekende brief wordt bij de processtukken gevoegd.
5.
Van ieder aangewend rechtsmiddel wordt dadelijk aanteekening gedaan in een daartoe bestemd, op de griffie berustend register hetwelk door de belanghebbenden kan worden ingezien.
Inhoudsopgave
+ Eerste Boek. Algemeene bepalingen
+ Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
- Derde Boek. Rechtsmiddelen
+ Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
+ Vijfde Boek. Internationale en Europese strafvorderlijke samenwerking
+ Zesde Boek. Tenuitvoerlegging en kosten
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht