1.
In het geval dat de verdachte niet op de terechtzitting verschijnt en de rechtbank geen aanleiding ziet voor
a. het nietig verklaren van de dagvaarding op grond van artikel 278, eerste lid of
b. het verlenen van een bevel tot medebrenging van de verdachte, bedoeld in artikel 278, tweede lid,
beveelt zij dat tegen de verdachte verstek wordt verleend en dat de behandeling van de zaak buiten zijn aanwezigheid wordt voortgezet, tenzij zij heeft ingestemd met verdediging op de voet van artikel 279.
2.
De rechtbank verklaart het verstek vervallen, indien de verdachte alsnog op de terechtzitting of na de hervatting daarvan in persoon verschijnt of zich alsnog laat verdedigen met inachtneming van artikel 279, eerste lid.
3.
Bij toepassing van het tweede lid, wordt het onderzoek opnieuw aangevangen, met dien verstande dat de rechtbank kan bepalen dat bepaalde onderzoekshandelingen niet opnieuw zullen plaats vinden.
Inhoudsopgave
+ Eerste Boek. Algemeene bepalingen
- Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
+ Derde Boek. Rechtsmiddelen
+ Vierde Boek. Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard
+ Vijfde Boek. Internationale en Europese strafvorderlijke samenwerking
+ Zesde Boek. Tenuitvoerlegging en kosten
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht