1.
Met ambtenaren worden ten aanzien van de
artikelen 361,
363,
365 tot en met 368 en
376 gelijkgesteld personen in de openbare dienst van een vreemde staat of van een volkenrechtelijke organisatie.
3.
Met rechter wordt ten aanzien van
artikel 364 gelijkgesteld de rechter van een vreemde staat of van een volkenrechtelijke organisatie.