1.
De deelnemers aan het overleg, bedoeld in artikel 48, eerste en derde lid, zijn de Sectorcommissie rechterlijke macht en Onze Minister.
2.
De Sectorcommissie rechterlijke macht bestaat uit vertegenwoordigers van:
a. de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak;
b. andere door Onze Minister tot het overleg toegelaten verenigingen of centrales van verenigingen van ambtenaren, die onder meer gelet op het aantal rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding dat zij vertegenwoordigen, eveneens als representatief kunnen worden aangemerkt en tegen wier toelating het algemeen belang zich niet verzet.
3.
Ten aanzien van de Sectorcommissie rechterlijke macht kunnen bij algemene maatregel van bestuur over de volgende onderwerpen nadere regels worden gesteld: de samenstelling, de werkwijze, de besluitvorming, de stemverhouding daaronder begrepen, de onderwerpen waarover de Sectorcommissie Onze Minister dient in te lichten, de intrekking en schorsing van de toelating van verenigingen of centrales van verenigingen tot de Sectorcommissie, en de schorsing van vertegenwoordigers in de Sectorcommissie.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het overleg tussen Onze Minister en de Sectorcommissie rechterlijke macht.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemeen
+ Hoofdstuk 1A
+ Hoofdstuk 2. Benoeming, plaatsing en beëdiging
+ Hoofdstuk 3. Salaris en andere financiële arbeidsvoorwaarden
+ Hoofdstuk 4
+ Hoofdstuk 5
+ Hoofdstuk 6. Overige rechten en plichten
+ Hoofdstuk 6A. Disciplinaire maatregelen, schorsing en ontslag
+ Hoofdstuk 7. Beroep
- Hoofdstuk 8. Overleg
+ Hoofdstuk 9. Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht