1.
Aan een rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding worden op zondagen en dagen die bij of krachtens de
Algemene termijnenwet zijn aangemerkt als algemeen erkende feestdagen geen werkzaamheden opgedragen, tenzij het dienstbelang dit naar het oordeel van de functionele autoriteit onvermijdelijk maakt.
2.
In afwijking van het eerste lid, kunnen aan rechterlijke ambtenaren als bedoeld in
artikel 1, onderdeel b, onder 7, van de Wet op de rechterlijke organisatie, en aan rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover werkzaam bij een arrondissementsparket of bij het parket centrale verwerking openbaar ministerie, werkzaamheden worden opgedragen op zondagen en dagen die bij of krachtens de
Algemene termijnenwet zijn aangemerkt als algemeen erkende feestdagen, indien de aard en of organisatie van de arbeid dit onvermijdelijk maakt.