1.
Er is een afwikkelingsfonds dat tot taak heeft het beheer van financiële middelen voor de financiering van afwikkelingsmaatregelen ten aanzien van:
a. entiteiten die niet vallen onder de werking van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme;
b. bijkantoren van banken of beleggingsondernemingen met zetel in een staat die geen lidstaat is.
2.
Het afwikkelingsfonds bezit rechtspersoonlijkheid en is gevestigd te Amsterdam.
3.
Het afwikkelingsfonds wordt vertegenwoordigd door een bestuur dat bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter. Benoeming, schorsing en ontslag van de leden geschiedt door de Nederlandsche Bank.
4.
De Nederlandsche Bank ondersteunt het afwikkelingsfonds bij de uitoefening van zijn taak en verschaft de voor die taakuitoefening benodigde financiële middelen.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de taakuitoefening van het afwikkelingsfonds, het bestuur van het fonds en de verantwoording door het fonds.
1.
De Nederlandsche Bank besluit over de aanwending van financiële middelen van het afwikkelingsfonds.
2.
De financiële middelen kunnen worden aangewend voor de volgende doeleinden:
a. het uitvoeren van de maatregelen, bedoeld in artikel 101 van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen; of
b. het bijdragen aan de financiering van een groepsafwikkeling, waaronder het garanderen van leningen die zijn aangegaan door groepsfinancieringsregelingen overeenkomstig artikel 107, zevende lid, van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen aangegane leningen.
3.
De Nederlandsche Bank kan besluiten dat de financiële middelen tevens worden gebruikt om bij toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde maatregelen te nemen met betrekking tot de verkrijger.
4.
De financiële middelen worden niet gebruikt om rechtstreeks de verliezen van een entiteit op te vangen of om een entiteit te herkapitaliseren.
1.
Indien, onder overeenkomstige toepassing van artikel 27, vijfde lid, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, in aanmerking komende passiva van de toepassing van het instrument van bail-in worden uitgesloten, kunnen, in afwijking van artikel 3A:69, vierde lid, de middelen uit het afwikkelingsfonds worden aangewend voor de afwikkeling.
2.
Artikel 27, zesde tot en met tiende lid, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme is van overeenkomstige toepassing.
1.
Ten behoeve van het afwikkelingsfonds kunnen ten minste eenmaal per jaar bijdragen worden geheven van:
a. beleggingsondernemingen die niet vallen onder de werking van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme;
b. banken met zetel in een staat die geen lidstaat is en hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor; en
c. beleggingsondernemingen met zetel in een staat die geen lidstaat is en hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor.
2.
De Nederlandsche Bank stelt de hoogten van de in het eerste lid bedoelde bijdragen vast, die worden voldaan binnen een door de Nederlandsche Bank vastgestelde termijn.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.
1.
Indien binnen het afwikkelingsfonds de beschikbare financiële middelen ontoereikend zijn, kunnen ter verkrijging van de benodigde financiële middelen buitengewone bijdragen worden geheven. Artikel 3A:71 is van overeenkomstige toepassing.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het eerste lid.
Artikel 3a:73. Opbrengsten afwikkeling
De opbrengsten van de toepassing van een afwikkelingsmaatregel ten aanzien van een entiteit of bijkantoor als bedoeld in artikel 3A:68, eerste lid, komen, onverminderd de artikelen 3A:31, 3A:39, 3A:43 en 3A:62, toe aan het afwikkelingsfonds.
1.
Het afwikkelingsfonds kan, indien de financiële middelen van het afwikkelingsfonds ontoereikend zijn en de buitengewone bijdragen, bedoeld in artikel 3A:72, niet onmiddellijk beschikbaar zijn of niet volstaan:
a. overeenkomsten aangaan tot het verkrijgen van financiële middelen van derden; of,
b. met inachtneming van artikel 106, vierde en vijfde lid, van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen, een overeenkomst aangaan tot het verkrijgen van een lening bij financieringsregelingen als bedoeld in artikel 100, eerste lid, van die richtlijn, in andere lidstaten.
2.
Het afwikkelingsfonds kan, met inachtneming van artikel 106, vierde en vijfde lid, van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen, een overeenkomst aangaan tot het uitlenen van financiële middelen uit het afwikkelingsfonds aan financieringsregelingen als bedoeld in artikel 100, eerste lid, van die richtlijn in andere lidstaten.
3.
Het afwikkelingsfonds gaat een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid aan in overeenstemming met Onze Minister.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.
1.
Bij de afwikkeling van een groep die niet valt onder de werking van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en waarvan een entiteit met zetel in Nederland deel uitmaakt, draagt het afwikkelingsfonds bij aan de financiering van de groepsafwikkeling.
2.
Indien de Nederlandsche Bank groepsafwikkelingsautoriteit is, stelt zij, voor de toepassing van het eerste lid, met inachtneming van artikel 107 van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen een groepsfinancieringsplan op. Artikel 3A:9, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Indien de Nederlandsche Bank groepsafwikkelingsautoriteit is, wijst zij opbrengsten van de groepsafwikkeling toe aan financieringsregelingen als bedoeld in artikel 100, eerste lid, van die richtlijn in andere lidstaten en aan het afwikkelingsfonds naar rato van hun bijdragen aan de financiering van de afwikkeling.
4.
Het afwikkelingsfonds kan ten behoeve van de financiering van de afwikkeling van een groep als bedoeld in het eerste lid overeenkomsten aangaan tot het verkrijgen van financiële middelen van derden.
5.
Het afwikkelingsfonds kan een garantie afgeven met betrekking tot leningen aangegaan door een groepsfinancieringsregeling waaraan uit het afwikkelingsfonds wordt bijgedragen.
1.
De Nederlandsche Bank int, ter uitvoering van de artikelen 67, 70 en 71 van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, de door de Afwikkelingsraad vastgestelde bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds, bedoeld in artikel 67 van die verordening, van entiteiten met zetel in Nederland.
2.
Titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Inhoudsopgave
+ 1. Algemeen deel
+ 2. Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen
- 3. Deel Prudentieel Toezicht Financiële Ondernemingen
- 3a. Deel Bijzondere maatregelen en voorzieningen betreffende financiële ondernemingen
+ 4. Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen
+ 5. Deel Gedragstoezicht financiële markten
+ 6. Deel bijzondere maatregelen betreffende de stabiliteit van het financiële stelsel
+ 7. Deel Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht