1.
Indien een herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat of verzekeraar met beperkte risico-omvang met zetel in een niet-aangewezen staat niet voldoet aan het bij of krachtens
artikel 3:68a onderscheidenlijk
3:69 bepaalde met betrekking tot de technische voorzieningen, kan de Nederlandsche Bank de vrije beschikking door de verzekeraar met beperkte risico-omvang over de waarden, die betrekking hebben op zijn vanuit Nederland uitgeoefende bedrijf, beperken of hem verbieden om anders dan met machtiging van de Nederlandsche Bank te beschikken over deze waarden.
3.
De Nederlandsche Bank heft de beperking of het verbod op zodra de herverzekeraar of verzekeraar met beperkte risico-omvang weer voldoet aan het bij of krachtens
artikel 3:68a onderscheidenlijk
3:69 bepaalde.
1.
De Nederlandsche Bank kan indien zich in het geval, bedoeld in
artikel 3:135, eerste lid of
3:136, eerste lid, uitzonderlijke omstandigheden voordoen op grond waarvan de financiële positie van de herverzekeraar met zetel in een niet-aangewezen staat of verzekeraar met beperkte risico-omvang met zetel in een niet-aangewezen staat nog verder zal verslechteren, de vrije beschikking door de herverzekeraar of verzekeraar met beperkte risico-omvang over zijn waarden, die betrekking hebben op zijn vanuit Nederland uitgeoefende bedrijf, beperken of hem verbieden om anders dan met machtiging van de Nederlandsche Bank te beschikken over deze waarden.
3.
De Nederlandsche Bank heft de beperking of het verbod op zodra de herverzekeraar of verzekeraar met beperkte risico-omvang weer voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde solvabiliteitseisen.