1.
Het is een ieder met zetel in Nederland verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning het bedrijf uit te oefenen van herverzekeraar.
2.
Het bedrijf van herverzekeraar wordt onderscheiden in de activiteiten levensherverzekering, natura-uitvaartherverzekering en schadeherverzekering.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op levensverzekeraars, natura-uitvaartverzekeraars of schadeverzekeraars voor zover zij het bedrijf van herverzekeraar uitoefenen in de activiteit levensherverzekering, natura-uitvaartherverzekering, onderscheidenlijk schadeherverzekering.
1.
De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in
artikel 2:26a, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a.
artikel 3:8 met betrekking tot de geschiktheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b.
artikel 3:9 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
2.
Indien de aanvraag een herverzekeraar met zetel in Nederland betreft waarin een gekwalificeerde deelneming wordt gehouden, verleent de Nederlandsche Bank, onverminderd het eerste lid, een vergunning indien de houder van de gekwalificeerde deelneming een verklaring van geen bezwaar overeenkomstig
artikel 3:95, tweede lid, heeft aangevraagd, en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat voldaan is aan het bepaalde ingevolge de
artikelen 3:99 tot en met 3:101 met betrekking tot de verklaring van geen bezwaar.
3.
De aanvraag geschiedt onder vermelding van de herverzekeringsactiviteit, en onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
4.
De Nederlandsche Bank kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, d, f, g of k, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die de in het eerste lid genoemde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.