1.
De Nederlandsche Bank zendt binnen twee werkdagen na ontvangst van de aanvraag van een verklaring van geen bezwaar en van alle gegevens en bescheiden, bedoeld in
artikel 3:95, tweede lid, en
artikel 3:96, tweede lid, een schriftelijke ontvangstbevestiging aan de aanvrager.
2.
Op de aanvraag van een verklaring van geen bezwaar voor een gekwalificeerde deelneming in een bank, niet zijnde de houder van een vergunning als bedoeld in
artikel 3:4, stelt de Nederlandsche Bank binnen vijfenveertig werkdagen na de ontvangstbevestiging als bedoeld in het eerste lid, een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 15 van de verordening bankentoezicht op.
3.
Op alle andere aanvragen van een verklaring van geen bezwaar beslist de Nederlandsche Bank binnen zestig werkdagen na de ontvangstbevestiging als bedoeld in het eerste lid, onverminderd
artikel 1:106c. De Nederlandsche Bank informeert de aanvrager over de datum waarop zij uiterlijk beslist.
4.
Indien het een aanvraag betreft als bedoeld in
artikel 1:62 voor een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in
artikel 3:95, vermeldt de Nederlandsche Bank in haar besluit of ontwerpbesluit het advies van de toezichthoudende instantie van de desbetreffende lidstaat.
1.
De Nederlandsche Bank kan de aanvrager binnen vijftig werkdagen na de ontvangstbevestiging als bedoeld in
artikel 1:106b, eerste lid, schriftelijk om aanvullende informatie verzoeken indien dit voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is. Het verzoek vermeldt welke aanvullende informatie dient te worden verstrekt.
2.
De Nederlandsche Bank zendt binnen twee werkdagen na ontvangst van de aanvullende informatie als bedoeld in het eerste lid een schriftelijke ontvangstbevestiging aan de aanvrager.
3.
Indien de Nederlandsche Bank heeft verzocht om aanvullende informatie als bedoeld in het eerste lid kan zij de beslistermijn, bedoeld in
artikel 1:106b, tweede en derde lid, eenmalig met ten hoogste twintig werkdagen opschorten.
4.
In afwijking van het derde lid kan de Nederlandsche Bank de beslistermijn met ten hoogste dertig werkdagen opschorten indien:
a.
de aanvrager zijn zetel heeft of onder toezicht staat in een staat die geen lidstaat is; of
b.
de aanvrager geen beleggingsonderneming, herverzekeraar, beheerder van een icbe, bank, levensverzekeraar, premiepensioeninstelling, schadeverzekeraar of entiteit voor risico-acceptatie met zetel in Nederland of een andere lidstaat is.
5.
Indien de Nederlandsche Bank heeft verzocht om aanvullende informatie als bedoeld in het eerste lid, informeert zij de aanvrager over de datum waarop zij of de Europese Centrale Bank uiterlijk beslist.
Artikel 1:106e
De Nederlandsche Bank kan een termijn stellen waarbinnen de verwerving of vergroting van de gekwalificeerde deelneming, bedoeld in
artikel 3:95, of de handeling, bedoeld in
artikel 3:96, dient te zijn voltooid. Deze termijn kan door de Nederlandsche Bank worden verlengd.