1.
De Nederlandsche Bank verhaalt de vorderingen op de betalingsonmachtige financiële onderneming die ingevolge
artikel 3:261, derde lid, op haar zijn overgegaan, op die financiële onderneming.
2.
Ingeval bij de toepassing van een vangnetregeling een batig saldo resteert, stelt de Nederlandsche Bank met inachtneming van het ingevolge
artikel 3:259, vierde lid, onderdeel b, bepaalde dit ter beschikking aan de financiële ondernemingen die een bijdrage als bedoeld in
artikel 3:262 hebben gedaan.