1.
De Nederlandsche Bank stelt de Autoriteit Financiële Markten in de gelegenheid advies uit te brengen alvorens zij een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95 verleent, indien de aanvrager:
a. een beheerder van een icbe of een beleggingsonderneming is waaraan door de Autoriteit Financiële Markten een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:69b, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 2:96;
b. de moedermaatschappij is van een beheerder van een icbe of een beleggingsonderneming als bedoeld onder a;
c. een persoon is die zeggenschap heeft over een beheerder van een icbe of een beleggingsonderneming als bedoeld onder a.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het opstellen van een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 15 van de verordening bankentoezicht.
Inhoudsopgave
- 1. Algemeen deel
+ 2. Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen
+ 3. Deel Prudentieel Toezicht Financiële Ondernemingen
+ 3a. Deel Bijzondere maatregelen en voorzieningen betreffende financiële ondernemingen
+ 4. Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen
+ 5. Deel Gedragstoezicht financiële markten
+ 6. Deel bijzondere maatregelen betreffende de stabiliteit van het financiële stelsel
+ 7. Deel Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht