Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. bijzondere opsporingsdienst: een van de diensten, bedoeld in artikel 2;
b. opsporingsambtenaar: een ambtenaar van een bijzondere opsporingsdienst die is aangesteld voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3;
c. Onze betrokken Minister: Onze minister onder wie een bijzondere opsporingsdienst ressorteert.
Artikel 2
Er zijn vier bijzondere opsporingsdiensten, te weten:
a. een bijzondere opsporingsdienst, ressorterend onder Onze Minister van Financiƫn;
b. een bijzondere opsporingsdienst, ressorterend onder Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
c. een bijzondere opsporingsdienst, ressorterend onder Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
d. een bijzondere opsporingsdienst, ressorterend onder Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Inhoudsopgave
- Hoofdstuk I. Algemeen
+ Hoofdstuk II. Taken en bevoegdheden
+ Hoofdstuk III. Toezicht op de bijzondere opsporingsdiensten en opsporingsambtenaren
+ Hoofdstuk IV. Organisatie en beleid
+ Hoofdstuk V. Samenwerking met de politie en andere diensten
+ Hoofdstuk VI. Behandeling van klachten
+ Hoofdstuk VII. Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht
Jurisprudentie
Voorbeelden van het gebruik van deze artikel(en) in rechterlijke uitspraken