1.
Bij veroordeling wegens een van de in de
artikelen Z 1 tot en met Z 4 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in
artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, van het Wetboek van Strafrecht dan wel, indien de ontzetting wordt uitgesproken door de strafrechter in Bonaire, Sint Eustatius of Saba,
artikel 32, onder 1°, 2° en 4°, van het Wetboek van Strafrecht BES vermelde rechten worden uitgesproken.