1.
Indien het centraal stembureau een of meer verzuimen als bedoeld in
artikel S 1, derde lid, heeft geconstateerd ten aanzien van een lijst die in een openbaar lichaam is ingeleverd, geeft het, in afwijking van artikel S 1, derde lid, onverwijld langs elektronische weg kennis hiervan aan de gezaghebber van dat openbaar lichaam.
2.
De gezaghebber geeft van de verzuimen onverwijld bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan degene die de lijst heeft ingeleverd.
3.
Onverminderd
artikel S 1, vierde en vijfde lid, kan degene die de lijst heeft ingeleverd uiterlijk op de derde dag na de zitting van het centraal stembureau, het verzuim of de verzuimen, in de kennisgeving aangeduid, herstellen op het bestuurskantoor van negen tot zeventien uur.
4.
De gezaghebber beoordeelt van de ter herstel van de geconstateerde verzuimen ingeleverde stukken, de authenticiteit en legt zijn bevindingen vast in een begeleidingsverklaring. Bij ministeriële regeling wordt voor de begeleidingsverklaring een model vastgesteld.
5.
De gezaghebber draagt er zorg voor dat de ter herstel van de verzuimen ingeleverde stukken en de begeleidingsverklaring terstond langs elektronische weg ter kennis van het centraal stembureau worden gebracht. De gezaghebber maakt van deze stukken gewaarmerkte afschriften en bewaart deze totdat de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in
artikel S 2, onherroepelijk is geworden.
6.
Voorts draagt hij er zorg voor dat de stukken in een pak worden gedaan, dat wordt verzegeld. Het verzegelde pak wordt zo spoedig mogelijk per post naar het centraal stembureau overgebracht.