1.
De leden van de Eerste Kamer worden in de openbare lichamen gekozen door de leden van de eilandsraden. Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden voor deze verkiezing tezamen beschouwd als een provincie.
2.
De leden van de eilandsraden komen per openbaar lichaam in vergadering bijeen tot het uitbrengen van hun stem.
3.
De bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen betreffende de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer zijn, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van deze leden door de leden van de eilandsraden, met dien verstande dat telkens in die bepalingen mede wordt gelezen in plaats van:
a.
«de provincie»: de openbare lichamen tezamen;
b.
«provinciale staten» en «staten»: de eilandsraad;
c.
«de commissaris van de Koning»: de gezaghebber;
d.
«gedeputeerde staten»: het bestuurscollege;
e.
«de provinciale griffie»: het bestuurskantoor;
f.
«statenlid»: eilandsraadslid;
g.
«statenvergadering»: vergadering van de eilandsraad.