1.
Het centraal stembureau kan op de in artikel P 20 bedoelde zitting, voordat de uitslag van de verkiezing bekend wordt gemaakt, hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van een met opgave van redenen gedaan verzoek van een of meer kiezers, tot een nieuwe opneming van stembiljetten, zowel uit alle als uit een of meer stembureaus, besluiten, indien een ernstig vermoeden bestaat dat door een of meer stembureaus bij de stemopneming zodanige fouten zijn gemaakt dat zij van invloed op de zetelverdeling kunnen zijn. De burgemeester die de desbetreffende stembiljetten onder zich heeft, doet deze op verzoek van het centraal stembureau onverwijld naar het centraal stembureau overbrengen.
2.
Na ontvangst van de stembiljetten gaat het centraal stembureau onmiddellijk tot de opneming over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal van de stembureaus.
3.
Bij deze opneming zijn de artikelen N 5, N 8 en N 9 van overeenkomstige toepassing.
Inhoudsopgave
+ Afdeling I. Algemene bepalingen
- Afdeling II. De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, van de algemene besturen en van de gemeenteraden
+ Afdeling III. De verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
+ Afdeling IV. Het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal, provinciale staten, het algemeen bestuur en de gemeenteraad
+ Afdeling V. De verkiezing van de leden van het Europees Parlement
+ Afdeling Va. De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de eilandsraden, van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van het Europees Parlement in Bonaire, Sint Eustatius en Saba
+ Afdeling VI. Straf-, slot- en overgangsbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht