1.
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid geldt een geregistreerde aanduiding die overeenkomstig het bepaalde in het
achtste lid van artikel G 1 of
G 2 ter openbare kennis is gebracht, tevens voor de verkiezing van de leden van provinciale staten, van het algemeen bestuur en van de gemeenteraad, onderscheidenlijk voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.
2.
Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van provinciale staten, het algemeen bestuur, onderscheidenlijk de gemeenteraad, bepaalt, dat de in het eerste lid bedoelde doorwerking van de registratie voor die verkiezing niet plaatsvindt, indien de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van
artikel G 2,
artikel G 2a, onderscheidenlijk
artikel G 3, geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, en daardoor verwarring te duchten is.
3.
Een beschikking als bedoeld in het tweede lid wordt genomen uiterlijk op de veertiende dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de openbare kennisgeving, bedoeld in
artikel G 1, achtste lid, onderscheidenlijk
artikel G 2, achtste lid, is gedaan. De beschikking wordt terstond aan de gemachtigde van de desbetreffende groepering bekendgemaakt.