2.
De rangschikking van de kandidaten geschiedt overeenkomstig het bepaalde in
artikel P 19, eerste, derde en vierde lid, met dien verstande dat de rangschikking achterwege blijft, voor zover het lijsten betreft waarop geen kandidaten gekozen zijn verklaard en die niet deel uitmaken van een lijstengroep waaraan één of meer zetels zijn toegekend.