2. Begrippen
In deze circulaire wordt verstaan onder:
b. essentiële oeververbinding: tunnel die, naar oordeel van de Minister van IenM, redelijkerwijs noodzakelijk is voor de afwikkeling van het wegverkeer en die een oeververbinding is;
Inhoudsopgave
1. Aanleiding, doel en reikwijdte van deze circulaire
2. Begrippen
3. Toepasselijke regelgeving en richtlijnen: recente ontwikkelingen
3.1. Invoering tunnelcategorieën in ADR en VLG-regeling
3.2. Mirt-projecten: aanpassing van handreiking externe veiligheid
3.3. Basisnet Weg, Wvgs en Bevt
3.4. Sneller en Beter en Warvw c.a.
4. Afweging en onderbouwing
4.1. Inleiding
4.2. Afweging door de tunnelbeheerder
4.2.1. Instrumentarium
4.2.2. Moment van afweging
4.2.3. Overleg
4.2.4. Omleidingmogelijkheden
4.3. Onderbouwing
4.4. Toelichting bij wijziging van de VLG-regeling
5. Beoordelingskader Minister
5.1. Opbouw
5.2. Hoofdregels
5.2.1. Adr-voorschriften toepassen
5.2.2. Zo min mogelijk beperken
5.3. Specifieke regel voor tunnels op gevaarlijke-stoffenroutes
5.4. Bijzondere situaties: uitzonderingen op de specifieke regel
5.4.1. Ad a: essentiële oeververbinding zonder geschikte omleidingroute
5.4.2. Ad b: landtunnel met multifunctioneel ruimtegebruik
5.4.3. Ad c: Warvw-eisen interne veiligheid
5.4.4. Ad d: Bestaande tunnels
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht