2.
Betreft het aanbod een nieuwe overeenkomst voor een kortere duur dan die van
artikel 325 lid 1, dan kan de rechter het aanbod slechts als redelijk aanmerken, indien de bijzondere omstandigheden van het geval dit rechtvaardigen en de algemene belangen van de landbouw niet worden geschaad.
Artikel 325 lid 4, tweede en derde zin, is van overeenkomstige toepassing. Indien de pachter het aanbod aanvaardt, is
artikel 325 leden 6 en 7 van overeenkomstige toepassing op de door die aanvaarding tot stand gekomen overeenkomst.