Artikel 4
Dit besluit is van overeenkomstige toepassing op de aanleg, het aanwezig hebben, het gebruiken of exploiteren van radio-elektrische zend- en ontvanginrichtingen door houder van een concessie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet, met dien verstande dat overeenkomstig artikel 15, eerste lid, van de wet de houder van een concessie geen machtiging behoeft.
Inhoudsopgave
- Hoofdstuk 1. Definities
+ Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen met betrekking tot machtigingen en ontheffingen
+ Hoofdstuk 3. Algemene bepalingen voor zendinrichtingen
+ Hoofdstuk 4. Zendinrichtingen waarvoor een machtiging is vereist
+ Hoofdstuk 5. Zendinrichtingen waarvoor geen machtiging is vereist
+ Hoofdstuk 6. Algemene bepalingen voor ontvanginrichtingen
+ Hoofdstuk 7. Ontvanginrichting waarvoor een machtiging is vereist
+ Hoofdstuk 8. Strafbepalingen
+ Hoofdstuk 10. Overgangs- en slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht