1.
De rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken zijn, behoudens recht op schadevergoeding, verplicht te gedogen, dat een werk ten behoeve van de landsverdediging, waarvan zij de aanleg ingevolge de bepalingen van dit Hoofdstuk verplicht waren te gedogen, wordt weggeruimd.
2.
Bij die opruiming zullen de onroerende zaken zoveel mogelijk in de vorige staat worden teruggebracht, voorzover niet met de rechthebbenden anders is overeengekomen.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepaling
+ Hoofdstuk II. Opheffing publiekrechtelijke belemmeringen
- Hoofdstuk III. Opheffing privaatrechtelijke belemmeringen
+ Hoofdstuk IV. Slotbepaling
Parlement
Documenten bij de totstandkoming van (deze versie van) de wet.

Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht