3.
Van de verplichting van de stagiaire bij een patroon kantoor te houden kan de raad vrijstelling verlenen, indien naar het oordeel van de raad een behoorlijke praktijkuitoefening, waaronder de financiering van de praktijk en de dekking van het risico van de beroepsaansprakelijkheid van de stagiaire, overeenkomstig de daaromtrent gestelde voorschriften bij of krachtens deze wet, verzekerd is. Is dit naar het oordeel van de raad niet langer het geval, dan kan een verleende vrijstelling worden ingetrokken. Met toepassing van
artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is
paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om vrijstelling.