1.
De rapporteur zendt zijn verslag, dat een met redenen omkleed oordeel over de toestand van de praktijk van de betrokken advocaat en desgewenst een of meer aanbevelingen bevat, aan de voorzitter van de raad. De griffier van de raad doet onverwijld aan de betrokken advocaat alsmede aan de deken een afschrift van het verslag toekomen.
2.
Behalve door de betrokken advocaat en door de deken aan de raad van de orde waarvan hij deel uitmaakt, mag zonder toestemming van de voorzitter van de raad van discipline uit het verslag geen mededeling aan derden worden gedaan. De rapporteur en degenen die de rapporteur bij het onderzoek heeft betrokken maken hetgeen hun bij het onderzoek blijkt, niet verder bekend dan de opdracht met zich brengt.
3.
De raad van discipline neemt een beslissing als bedoeld in artikel 60b, eerste lid, binnen vier weken na de ontvangst van het verslag.
4.
Onverminderd de bevoegdheid van de voorzitter van de raad een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 60f, tweede lid, eerder op te heffen, is een dergelijke voorziening van rechtswege opgeheven met ingang van de eerste dag na ommekomst van de in het derde lid van dit artikel genoemde termijn indien de raad een beslissing als bedoeld in artikel 60b, eerste lid, niet heeft genomen.
Inhoudsopgave
+ § 1. Van de inschrijving en de beëdiging van de advocaten; van het tableau
+ § 1a. Van de opleiding en de stage van advocaten
+ § 2. Van de bevoegdheden en verplichtingen der advocaten
+ § 2a. Van de bevoegdheden en verplichtingen van andere dan in Nederland ingeschreven advocaten
+ § 2b. De bevoegdheden en verplichtingen van de advocaat uit een andere lidstaat die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel als advocaat werkzaam wil zijn
- § 3. Van de Nederlandse orde van advocaten, van de orden in de arrondissementen, en van haar organen
- § 3a. Toezicht
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht