Wet van 23 juni 1952, houdende instelling van de Nederlandse orde van advocaten alsmede regelen betreffende orde en discipline voor de advocaten en procureurs
Zodra de beslissing van de raad van discipline op een door de deken ter kennis van de raad gebrachte klacht of bezwaar als bedoeld in artikel 60ab, vijfde lid, in kracht van gewijsde is gegaan, vervalt de op grond van artikel 60ab, eerste of tweede lid, opgelegde schorsing of voorlopige voorziening van rechtswege.