1.
Het hof van discipline beslist niet dan na verhoor of behoorlijke oproeping daartoe van de klager, de betrokken advocaat en degene die het beroep heeft ingesteld.
2.
Op de behandeling in het hoger beroep zijn de
artikelen 47a,
48 en
49 van overeenkomstige toepassing.
4.
Het hof van discipline kan de deken en de deken van de algemene raad, voor zover deze klager zijn of het hoger beroep hebben ingesteld, de vooronderzoeker als bedoeld in
artikel 46l, alsmede de raad van discipline die de beslissing heeft genomen waartegen het hoger beroep zich richt, uitnodigen nadere inlichtingen te verschaffen.
4.
Het hof van discipline onderzoekt op grondslag van de beslissing van de raad van discipline. Het hof kan mede oordelen over feiten die de raad van discipline niet voor een maatregel vatbaar heeft geacht, en kan door de raad van discipline onbewezen geachte feiten onderzoeken.