Wet van 23 juni 1952, houdende instelling van de Nederlandse orde van advocaten alsmede regelen betreffende orde en discipline voor de advocaten en procureurs
Artikel 46h, tweede tot en met achtste lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat van de beslissing tot niet-ontvankelijk- of ongegrondverklaring ook een afschrift aan de deken van de algemene raad wordt gezonden.