Wet van 23 juni 1952, houdende instelling van de Nederlandse orde van advocaten alsmede regelen betreffende orde en discipline voor de advocaten en procureurs
De secretaris van de raad maakt de beslissing tot weigering van het in behandeling nemen van het verzoek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onverwijld bekend aan de verzoeker.
Het beklag wordt gedaan bij verzoekschrift, waarbij een afschrift wordt gevoegd van de beslissing waartegen het beklag is gericht. De griffier zendt onverwijld een afschrift van het verzoekschrift aan de raad die de beslissing heeft genomen. Op de behandeling van het beklag zijn de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.