1.
De deken ziet toe op de nakoming van de voorwaarden, bedoeld in
artikel 48b. Indien de betrokken advocaat de deken is, wordt het in
artikel 23, eerste lid, bedoelde lid van de raad van de orde belast met het toezien op de naleving van de voorwaarden.
2.
De deken of het in het eerste lid bedoelde andere lid van de orde geeft, ingeval de betrokken advocaat de voorwaarden gedurende de proeftijd niet nakomt, daarvan kennis aan de raad van discipline, met zodanige vordering als hij nodig acht.