Wet van 23 juni 1952, houdende instelling van de Nederlandse orde van advocaten alsmede regelen betreffende orde en discipline voor de advocaten en procureurs
Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, draagt de voorzitter het vooronderzoek op aan de deken van de orde waartoe de betrokken advocaat behoort, tenzij hij gronden aanwezig acht om het onderzoek op te dragen aan: