4.
De leden-advocaten en de plaatsvervangende leden-advocaten worden door het college van afgevaardigden in de in
artikel 19, eerste lid, bedoelde vergadering gekozen uit voordrachten van de raden van toezicht, voor de tijd van ten hoogste vier jaren. De verkiezing geschiedt met inachtneming van het streven naar een regionaal verantwoorde samenstelling van de raden van discipline.