2.
Met uitzondering van de deken van de algemene raad, worden de leden benoemd bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie. Een voordracht voor benoeming wordt niet gedaan dan op aanbeveling van de algemene raad. Daartoe maakt de algemene raad voor iedere vacature in het college een lijst van aanbeveling van zo mogelijk drie kandidaten op. Het college van afgevaardigden kan de algemene raad adviseren inzake de lijst van aanbeveling. De algemene raad zendt de lijst van aanbeveling, vergezeld van een op iedere kandidaat betrekking hebbende verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in
artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, en eventueel vergezeld van het advies van het college van afgevaardigden aan Onze Minister van Veiligheid en Justitie. Een in de aanbeveling opgenomen kandidaat kan uitsluitend wegens zwaarwegende en te motiveren gronden worden geweigerd door Onze Minister van Veiligheid en Justitie.