3.
De algemene raad en de raden doen jaarlijks rekening en verantwoording van hun geldelijk beheer. Deze rekening en verantwoording wordt onderzocht door een commissie van drie leden, door het college van afgevaardigden, onderscheidenlijk de orde, uit hun midden aan te wijzen. De commissie brengt verslag uit aan het college onderscheidenlijk de orde. Goedkeuring van de rekening door het college van afgevaardigden, onderscheidenlijk de orde, strekt de algemene raad, onderscheidenlijk de raad, tot décharge.