1.
De advocaat die overeenkomstig artikel 2a is ingeschreven, is bevoegd om naast het voeren van de titel advocaat zijn oorspronkelijke beroepstitel in de officiële taal of in een van de officiële talen van de staat van herkomst te voeren, indien hij onder die beroepstitel is ingeschreven in de staat van herkomst.
2.
Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of de tuchtrechter aldaar de uitoefening van het beroep advocaat tijdelijk of blijvend heeft ontzegd is de betrokken advocaat van rechtswege niet meer bevoegd om in Nederland zijn beroep onder zijn oorspronkelijke beroepstitel uit te oefenen.
Inhoudsopgave
- § 1. Van de inschrijving en de beëdiging van de advocaten; van het tableau
+ § 1a. Van de opleiding en de stage van advocaten
+ § 2. Van de bevoegdheden en verplichtingen der advocaten
+ § 2a. Van de bevoegdheden en verplichtingen van andere dan in Nederland ingeschreven advocaten
+ § 2b. De bevoegdheden en verplichtingen van de advocaat uit een andere lidstaat die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel als advocaat werkzaam wil zijn
+ § 3. Van de Nederlandse orde van advocaten, van de orden in de arrondissementen, en van haar organen
+ § 3a. Toezicht
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht