Wet van 23 juni 1952, houdende instelling van de Nederlandse orde van advocaten alsmede regelen betreffende orde en discipline voor de advocaten en procureurs
Voor de uitoefening van de werkzaamheden die met de vertegenwoordiging en de verdediging van een cliënt in rechte verband houden werkt de advocaat, bedoeld in het eerste lid van artikel 16h, samen met een overeenkomstig artikel 1 in Nederland ingeschreven advocaat voorzover ingevolge de wet de bijstand of vertegenwoordiging van een advocaat is voorgeschreven. Het eerste lid van artikel 16d alsmede het tweede tot en met vierde en zesde lid van artikel 16e zijn van overeenkomstige toepassing.