1.
De raad voor de kinderbescherming heeft tot taak toezicht te houden op de uitvoering van reclasseringswerkzaamheden als bedoeld in
artikel 77f, eerste lid,
artikel 77j, vierde en vijfde lid,
artikel 77s, negende lid,
77w, derde en tiende lid,
artikel 77aa, tweede en vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, en
artikel 493 van het Wetboek van Strafvordering, en is in dat kader bevoegd de gecertificeerde instelling, bedoeld in
artikel 1.1 van de Jeugdwet dan wel, indien het minderjarigen betreft, een reclasseringsinstelling als bedoeld in
artikel 14d, tweede lid aanwijzingen te geven.