1.
Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij medeplichtigheid met een derde verminderd.
2.
Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste twintig jaren.
3.
De bijkomende straffen zijn voor medeplichtigheid dezelfde als voor het misdrijf zelf.
4.
Bij het bepalen van de straf komen alleen die handelingen in aanmerking die de medeplichtige opzettelijk heeft gemakkelijk gemaakt of bevorderd, benevens hun gevolgen.
Inhoudsopgave
- Eerste Boek. Algemene bepalingen
+ Tweede Boek. Misdrijven
+ Derde Boek. Overtredingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht