1.
Bij tijdelijk gebrek aan voldoende zittingscapaciteit binnen het arrondissement kan Onze Minister, gehoord de Raad, tijdelijk een andere rechtbank aanwijzen waarnaar de rechtbank zaken die behoren tot een in de aanwijzing te bepalen categorie ter behandeling en beslissing kan verwijzen.
2.
In de aanwijzing bepaalt Onze Minister voor welke periode de aanwijzing geldt. De aanwijzing geldt ten hoogste drie jaren en kan eenmaal worden verlengd voor de duur van ten hoogste een jaar.
3.
Indien de aanwijzing betrekking heeft op strafzaken vindt de aanwijzing niet plaats dan nadat Onze Minister daarover het College van procureurs-generaal heeft gehoord.
4.
De aanwijzing wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
5.
Het derde en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verlenging van de aanwijzing.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
- Hoofdstuk 2. Rechtspraak
+ Hoofdstuk 3. De procureur-generaal bij de Hoge Raad
+ Hoofdstuk 4. Het openbaar ministerie
+ Hoofdstuk 5. Rechterlijke ambtenaren in opleiding
+ Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht
Jurisprudentie
Voorbeelden van het gebruik van deze artikel(en) in rechterlijke uitspraken