1.
Indien de begroting niet de instemming van de Raad heeft verkregen, behoeft het bestuur tot het doen van uitgaven steeds de instemming van de Raad.
3.
De Raad beslist op het verzoek binnen acht weken na ontvangst van het verzoek. De instemming wordt geacht te zijn verleend indien binnen deze termijn geen beslissing van de Raad is ontvangen.
4.
De Raad kan aan de instemming voorschriften verbinden.
5.
De Raad kan bepalen voor welke posten en tot welk bedrag het bestuur geen instemming behoeft.