1.
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt teruggaaf van accijns verleend voor minerale oliën die worden gebruikt voor de opwekking van elektriciteit in een installatie met een elektrisch vermogen van minimaal 60 kilowatt, voorzover de opgewekte elektriciteit wordt ingevoed op een Nederlands net dan wel, indien geen invoeding op een Nederlands net plaatsvindt, voorzover de opgewekte elektriciteit overeenkomstig artikel 50, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag in de heffing van energiebelasting wordt betrokken.
2.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder net verstaan een net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998.
3.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
1.
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt op verzoek teruggaaf van accijns verleend:
a. voor accijnsgoederen in gevallen waarin deze accijnsgoederen op de voet van artikel 65 zouden kunnen worden betrokken met vrijstelling;
b. ter zake van de levering van minerale oliën waarvoor op de voet van artikel 66 aanspraak op een vrijstelling zou bestaan;
c. ter zake van accijnsgoederen waarvoor op de voet van artikel 66a aanspraak op vrijstelling zou bestaan;
d. voor minerale oliën waarvoor op de voet van artikel 67 aanspraak op een vrijstelling zou bestaan.
2.
De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt verleend aan degene die een vergunning heeft ingevolge artikel 65, derde lid.
3.
De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, wordt verleend aan degene die de levering heeft verricht.
4.
De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, wordt verleend aan degene die de minerale oliën gebruikt voor verwarmingsdoeleinden.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
1.
Onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen wordt op verzoek teruggaaf van accijns verleend voor accijnsgoederen die:
a. zijn verloren gegaan;
b. zijn vernietigd onder ambtelijk toezicht;
c. zijn gebracht naar een derde land;
d. zijn gebracht binnen een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen;
e. door een ondernemer zijn overgebracht naar een andere lidstaat, en die aldaar voor commerciële doeleinden voorhanden worden gehouden om er te worden geleverd of gebruikt, en waarvoor de in die lidstaat verschuldigde accijns is voldaan overeenkomstig de wettelijke bepalingen van die lidstaat;
f. zijn geleverd aan een in een andere lidstaat gevestigde persoon, niet zijnde een vergunninghouder van een belastingentrepot, een geregistreerde geadresseerde of een zelfstandig bedrijf, en die door een in Nederland gevestigde verkoper of voor diens rekening direct of indirect worden verzonden of vervoerd.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
1.
Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend, indien bij toepassing van artikel 2c, vijfde lid, of van artikel 4, derde lid, is aangetoond dat de accijns door de andere lidstaat is geheven.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
1.
Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor vloeibaar gemaakt petroleumgas dat is belast naar het tarief, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel d, indien dat petroleumgas is afgeleverd in de brandstoftanks van en is gebruikt voor het aandrijven op de weg van een autobus die hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het openbaar vervoer, bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet personenvervoer 2000. Onder een autobus wordt in dit artikel en de daarop berustende bepalingen verstaan een autobus als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.
2.
De teruggaaf bedraagt € 51,42 per 1000 kg.
3.
De teruggaaf wordt verleend aan de vervoerder, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Wet personenvervoer 2000 aan wie vergunning als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000 is verleend en op wiens naam de autobus is ingeschreven in het kentekenregister, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Wegenverkeerswet 1994, op het tijdstip waarop het vloeibaar gemaakt petroleumgas is afgeleverd in de brandstoftank van de autobus.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorwaarden en beperkingen worden gesteld ter uitvoering van de teruggaaf.
1.
Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor vloeibaar gemaakt petroleumgas dat is belast naar het tarief, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel d, indien dat petroleumgas is afgeleverd in de brandstoftanks van en is gebruikt voor het aandrijven op de weg van motorrijtuigen die zijn ingericht en uitsluitend worden gebruikt als vuilniswagen, kolkenzuiger of straatveegwagen.
2.
De teruggaaf bedraagt € 51,42 per 1 000 kg.
3.
De teruggaaf wordt verleend aan degene op wiens naam de vuilniswagen, kolkenzuiger of straatveegwagen is ingeschreven in het kentekenregister, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Wegenverkeerswet 1994, op het tijdstip waarop het vloeibaar gemaakt petroleumgas is afgeleverd in de brandstoftank van de in het eerste lid bedoelde motorrijtuigen.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorwaarden en beperkingen worden gesteld ter uitvoering van de teruggaaf.
1.
Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor andere minerale oliën dan halfzware olie als bedoeld in GN-code 2710 19 21, indien die olie is afgeleverd in de brandstoftanks van en is gebruikt voor de voortstuwing van luchtvaartuigen, andere dan plezierluchtvaartuigen.
2.
De teruggaaf wordt verleend aan degene op wiens naam het luchtvaartuig is geregistreerd in het register voor burgerluchtvaartuigen, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de Wet luchtvaart. Ingeval teruggaaf wordt verzocht voor een in het buitenland geregistreerd luchtvaartuig, wordt deze verleend aan de eigenaar van dit luchtvaartuig dan wel aan degene die daartoe door deze is gemachtigd.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorwaarden en beperkingen worden gesteld ter uitvoering van de teruggaaf en kan in bij die regeling aangewezen gevallen een ander dan de in het tweede lid bedoelde persoon worden aangewezen als degene aan wie de teruggaaf wordt verleend.
1.
Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor vloeibaar gemaakt petroleumgas gebruikt voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten als bedoeld in post a 32 van de bij de Wet op de omzetbelasting 1968 behorende Tabel 1 , indien geen aansluiting aanwezig is voor aardgas.
2.
De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 142,23 per 1 000 kilogram vloeibaar gemaakt petroleumgas.
3.
De teruggaaf wordt verleend aan de tuinbouwer die het vloeibaar gemaakt petroleumgas gebruikt voor het in het eerste lid bedoelde gebruik.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
1.
Artikel 69 van de Wet belastingen op milieugrondslag is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot vloeibaar gemaakt petroleumgas, indien geen aansluiting aanwezig is voor aardgas.
2.
In afwijking van artikel 69, vijfde en zesde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag bedraagt de teruggaaf € 83,09 per 1 000 kilogram vloeibaar gemaakt petroleumgas.
1.
Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor motorbrandstof die geheel of gedeeltelijk bestaat uit biobrandstof als bedoeld in artikel 2, onderdeel i, van de Richtlijn hernieuwbare energie indien die biobrandstof voldoet aan duurzaamheidscriteria als bedoeld in artikel 17 van deze richtlijn.
2.
Dat een biobrandstof voldoet aan de duurzaamheidscriteria, bedoeld in het eerste lid, blijkt uit een audit uitgevoerd door een onafhankelijk deskundige of uit een andere wijze als bedoeld in artikel 18 van de Richtlijn hernieuwbare energie.
3.
Teruggaaf van accijns wordt slechts verleend:
a. over de hoeveelheid biobrandstof in motorbrandstof als bedoeld in het eerste lid, mits die biobrandstof een lagere energie-inhoud heeft dan de gelijkwaardige motorbrandstof waarvan het accijnstarief van toepassing is; en
b. indien 10 procent of meer van de in de motorbrandstof aanwezige energie afkomstig is van de in het eerste lid bedoelde biobrandstof.
4.
De teruggaaf van accijns bedraagt een percentage van het accijnstarief van de gelijkwaardige motorbrandstof, bedoeld in het derde lid, onderdeel a. Dit percentage is gelijk aan het verschil in energie-inhoud van de biobrandstof en die van de gelijkwaardige motorbrandstof, uitgedrukt als percentage van de energie-inhoud van de gelijkwaardige motorbrandstof.
5.
Voor de vaststelling van de energie-inhoud per volume van de biobrandstof en die van de gelijkwaardige motorbrandstof wordt voor zover mogelijk uitgegaan van hetgeen hiertoe is opgenomen in bijlage III van de Richtlijn hernieuwbare energie.
6.
De teruggaaf wordt verleend aan degene die de accijns ter zake van de uitslag tot verbruik verschuldigd is geworden.
7.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorwaarden en beperkingen worden gesteld waaronder de teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend.
8.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
1.
Op verzoek wordt teruggaaf van accijns verleend voor vloeibaar gemaakt aardgas, vloeibaar gemaakt methaan en vloeibaar gemaakt biogas dat is onderworpen aan het tarief, genoemd in artikel 27, eerste lid, onderdeel d.
2.
De teruggaaf, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 125 per 1.000 kg.
3.
De teruggaaf wordt verleend aan degene die het vloeibaar gemaakt aardgas, vloeibaar gemaakt methaan of vloeibaar gemaakt biogas in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 heeft uitgeslagen tot verbruik.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorwaarden en beperkingen worden gesteld aan het verzoek om teruggaaf, bedoeld in het eerste lid.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
1.
Teruggaaf van accijns wordt verleend tot ten hoogste het bedrag dat aan accijns is voldaan.
2.
Op een verzoek om teruggaaf van accijns beslist de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen
+ Hoofdstuk II. Definities van de accijnsgoederen en tarieven
+ Hoofdstuk III. Uitslag tot verbruik
+ Hoofdstuk IV. Invoer
- Hoofdstuk V. Vrijstellingen en teruggaven
+ Hoofdstuk Va
+ Hoofdstuk VI. Bijzondere bepalingen
+ Hoofdstuk VII. Verbodsbepalingen en strafbepalingen
+ Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht