1.
In het verzoek om een vergunning voor een accijnsgoederenplaats worden gegevens verstrekt met betrekking tot:
a. de soort of de soorten accijnsgoederen waarvoor de accijnsgoederenplaats is bestemd;
b. de hoeveelheid accijnsgoederen, onderscheiden naar de soort, die naar verwachting in de accijnsgoederenplaats per jaar zal worden vervaardigd dan wel gemiddeld over een jaar zonder verschuldigdheid van accijns voorhanden zal zijn;
c. de persoon op wiens naam de vergunning dient te worden gesteld;
d. de administratie en de administratieve organisatie met betrekking tot de als accijnsgoederenplaats aan te merken plaats; en
e. de locatie en de inrichting van de als accijnsgoederenplaats aan te wijzen plaats.
2.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de gegevens die het verzoek moet bevatten.
1.
In afwijking van artikel 40, eerste lid, kan, indien degene die een vergunning voor een accijnsgoederenplaats wil verkrijgen niet beschikt over een plaats waar accijnsgoederen worden vervaardigd dan wel opgeslagen, een verzoek om een vergunning voor een accijnsgoederenplaats door de inspecteur worden toegewezen, indien deze persoon in Nederland is gevestigd en in de uitoefening van zijn bedrijf optreedt als:
a. handelaar in minerale oliën, maar de door hem gekochte minerale oliën niet zelf in opslag neemt;
b. tussenpersoon ten behoeve van vergunninghouders van een accijnsgoederenplaats voor minerale oliën waar minerale oliën worden vervaardigd dan wel opgeslagen;
c. bunkerhandelaar in minerale oliën, die de door hem gekochte minerale oliën uitsluitend aflevert aan boord van schepen in het kader van de bevoorrading van schepen, bedoeld in artikel 66, eerste lid, onderdeel a.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur worden voorwaarden en beperkingen gesteld waaronder de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend.
3.
In het verzoek om een vergunning, bedoeld in het eerste lid, worden gegevens verstrekt met betrekking tot:
a. de soort of de soorten minerale oliën waarvoor de accijnsgoederenplaats zal worden gebruikt;
b. de hoeveelheid minerale oliën, onderscheiden naar soort, die naar verwachting via de accijnsgoederenplaats per jaar zal worden verhandeld of waarvoor als tussenpersoon zal worden opgetreden;
c. de persoon op wiens naam de vergunning moet worden gesteld;
d. de administratie en administratieve organisatie van de persoon, bedoeld in onderdeel c.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
1.
Een verzoek om een vergunning voor een accijnsgoederenplaats wordt door de inspecteur toegewezen tenzij hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat niet zal worden voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze wet.
2.
Een verzoek om een vergunning voor een accijnsgoederenplaats kan worden geweigerd aan degene die in de vijf aan het verzoek voorafgaande jaren onherroepelijk is veroordeeld wegens het niet nakomen van een wettelijke bepaling inzake de accijns.
1.
De vergunning vermeldt voor welke soort of voor welke soorten accijnsgoederen de accijnsgoederenplaats als zodanig is aangewezen.
2.
In de vergunning bepaalt de inspecteur zo nodig nader op welke wijze aan de bij of krachtens deze wet gestelde voorwaarden moet worden voldaan.
3.
De inspecteur kan in de vergunning nadere voorwaarden opnemen ter verzekering van een juiste toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
1.
De inspecteur kan de in de vergunning opgenomen voorwaarden aanpassen ter verzekering van de heffing.
2.
Alvorens over te gaan tot aanpassing van de voorwaarden deelt de inspecteur de vergunninghouder mee welke omstandigheden naar zijn oordeel de door hem aan te geven aanpassing van de voorwaarden rechtvaardigen.
Artikel 46
De vergunninghouder die een aanpassing van de in de vergunning opgenomen voorwaarden wenst, dient daartoe een verzoek in bij de inspecteur.
Artikel 47
Degene die een accijnsgoederenplaats wil overnemen, dient gezamenlijk met de vergunninghouder een verzoek in bij de inspecteur tot een zodanige aanpassing van de vergunning voor die accijnsgoederenplaats dat hij voor alle uit de vergunning voortvloeiende rechten en verplichtingen in de plaats treedt van de vergunninghouder.
Artikel 48
De vergunning voor een accijnsgoederenplaats kan door de inspecteur worden ingetrokken ingeval:
a. niet wordt voldaan aan de in de vergunning opgenomen voorwaarden;
b. geen of niet voldoende zekerheid is gesteld;
c. misbruik van de vergunning is gemaakt of een poging daartoe is gedaan;
d. de vergunninghouder onherroepelijk is veroordeeld wegens het niet nakomen van een wettelijke bepaling inzake de accijns;
e. de vergunninghouder in staat van faillissement verkeert of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is;
f. de vergunninghouder daarom verzoekt;
g. de vergunning gedurende een aaneengesloten periode van 12 maanden niet is gebruikt.
1.
Het intrekken van een vergunning ingevolge artikel 48, onderdeel a, b of g, kan niet eerder geschieden dan één maand nadat de inspecteur de vergunninghouder schriftelijk in kennis heeft gesteld van de omstandigheden die naar zijn oordeel het intrekken rechtvaardigen.
2.
Het intrekken van een vergunning ingevolge artikel 48, onderdeel c, d, e of f, kan onmiddellijk geschieden.
1.
Het verlenen, het aanpassen en het intrekken van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats alsmede het afwijzen van een verzoek daartoe geschieden bij voor bezwaar vatbare beschikking.
2.
Binnen acht weken na ontvangst van het verzoek geeft de inspecteur een voor bezwaar vatbare beschikking op dat verzoek, dan wel zendt hij de in het derde lid bedoelde kennisgeving.
3.
Indien de inspecteur de voor bezwaar vatbare beschikking niet binnen de in het tweede lid genoemde termijn kan geven, stelt hij belanghebbende daarvan onder opgaaf van redenen in kennis en noemt hij de termijn waarop de voor bezwaar vatbare beschikking wel zal worden gegeven.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen
+ Hoofdstuk II. Definities van de accijnsgoederen en tarieven
- Hoofdstuk III. Uitslag tot verbruik
+ Hoofdstuk IV. Invoer
+ Hoofdstuk V. Vrijstellingen en teruggaven
+ Hoofdstuk Va
+ Hoofdstuk VI. Bijzondere bepalingen
+ Hoofdstuk VII. Verbodsbepalingen en strafbepalingen
+ Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht