Artikel 6
Onder bier wordt verstaan:
a. elk produkt van GN-code 2203; en
b. elk produkt van GN-code 2206 dat een mengsel van bier als bedoeld in onderdeel a en niet-alcoholhoudende dranken bevat;
voor zover deze produkten een alcoholgehalte hebben van meer dan 0,5%vol.
1.
De accijns bedraagt per hectoliter voor bier met een extractgehalte, uitgedrukt in percenten Plato, van:
a. minder dan 7 € 8,83;
b. 7 tot 11 € 28,49;
c. 11 tot 15 € 37,96;
d. 15 en meer € 47,48.
2.
Met betrekking tot bier als bedoeld in artikel 6, onderdeel b, met een alcoholgehalte van niet meer dan 1,2%vol wordt het tarief van het eerste lid, onderdeel a, toegepast.
3.
In afwijking in zoverre van het eerste lid bedraagt de accijns voor bier dat is vervaardigd in een accijnsgoederenplaats waar in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200 000 hl bier is vervaardigd 92,5/100 deel van de in de onderdelen b, c en d vermelde bedragen.
4.
Het derde lid vindt slechts toepassing met betrekking tot een accijnsgoederenplaats die:
a. juridisch en economisch onafhankelijk is van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt vervaardigd;
b. gebruik maakt van installaties die in fysiek opzicht losstaan van die van een andere accijnsgoederenplaats waar bier wordt vervaardigd; en
c. geen bier vervaardigt onder licentie, tenzij het onder licentie vervaardigde bier slechts een klein gedeelte van de totale produktie betreft, met dien verstande dat het derde lid geen toepassing vindt met betrekking tot het onder licentie vervaardigde bier.
5.
Voor de toepassing van het derde en vierde lid wordt een samenwerkingsverband van twee of meer accijnsgoederenplaatsen waar gezamenlijk in het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan 200 000 hl bier is vervaardigd, aangemerkt als één accijnsgoederenplaats.
6.
Onder extractgehalte wordt verstaan het gehalte van de in de stamwort opgeloste niet-vluchtige stoffen, vermeerderd met het gehalte van de na de gisting aan het bier toegevoegde stoffen.
7.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de toepassing van het derde en vierde lid.
8.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het bepalen van het extractgehalte.
9.
Voor de toepassing van het eerste en het tweede lid wordt, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, het volume van bier in geconcentreerde vorm herleid tot het volume van voor gebruik gereed bier.
10.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op bier dat afkomstig is uit een brouwerij buiten Nederland.
Artikel 8
Wijn wordt onderscheiden in niet-mousserende wijn en mousserende wijn.
1.
Onder niet-mousserende wijn worden verstaan alle produkten van GN-codes 2204 en 2205, met uitzondering van mousserende wijn als bedoeld in artikel 9, eerste lid, met:
a. een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 15%vol, voor zover de alcohol in het eindprodukt volledig door gisting is verkregen; of
b. een alcoholgehalte van meer dan 15%vol maar niet meer dan 18%vol, voor zover zij zonder enige verrijking zijn geproduceerd en de alcohol in het eindprodukt volledig door gisting is verkregen.
2.
Onder niet-mousserende wijn worden mede verstaan alle niet in het eerste lid bedoelde produkten van GN-codes 2204 en 2205, alsmede produkten van GN-code 2206, die ingevolge artikel 6 niet als bier en ingevolge artikel 9, tweede lid, niet als mousserende wijn worden aangemerkt, met:
a. een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 10%vol; of
b. een alcoholgehalte van meer dan 10%vol maar niet meer dan 15%vol, voor zover de alcohol in het produkt volledig door gisting is verkregen.
1.
Onder mousserende wijn worden verstaan alle produkten van GN-codes 2204 10, 2204 21 10, 2204 29 10 en 2205, die:
a. zijn verpakt in flessen met een champignonvormige stop die door draden of banden of anderszins is geborgd, ofwel een overdruk van 3 bar of meer hebben die is teweeggebracht door koolzuurgas in oplossing; en
b. een alcoholgehalte hebben van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 15%vol voor zover de alcohol in het eindprodukt volledig door gisting is verkregen.
2.
Onder mousserende wijn worden mede verstaan alle produkten van GN-code 2206 00 91, alsmede de niet in het eerste lid genoemde produkten van GN-codes 2204 10, 2204 21 10, 2204 29 10 en 2205, die:
a. zijn verpakt in flessen met een champignonvormige stop die door draden of banden of anderszins is geborgd, ofwel een overdruk van 3 bar of meer hebben die is teweeggebracht door koolzuurgas in oplossing; en
b. een alcoholgehalte hebben van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 13%vol, dan wel een alcoholgehalte hebben van meer dan 13%vol maar niet meer dan 15%vol voor zover de alcohol in het eindprodukt volledig door gisting is verkregen.
Artikel 10
De accijns bedraagt per hectoliter voor zowel niet-mousserende wijn als mousserende wijn met een alcoholgehalte van:
a. niet meer dan 8,5% vol € 41,78;
b. meer dan 8,5% vol € 83,56.
Artikel 11a
Tussenprodukten worden onderscheiden in niet-mousserende tussenprodukten en mousserende tussenprodukten.
Artikel 11b
Onder niet-mousserende tussenprodukten worden verstaan alle niet als bier of wijn aan te merken produkten van GN-codes 2204, 2205 en 2206 met een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 22%vol, die ingevolge artikel 11cniet als mousserende tussenprodukten worden aangemerkt.
Artikel 11c
Onder mousserende tussenprodukten worden verstaan alle niet als bier of wijn aan te merken produkten van GN-codes 2204, 2205 en 2206 met een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 22%vol, die zijn verpakt in flessen met een champignonvormige stop die door draden of banden of anderszins is geborgd, ofwel een overdruk van 3 bar of meer hebben die is teweeggebracht door koolzuurgas in oplossing.
Artikel 11d
De accijns bedraagt per hectoliter voor zowel niet-mousserende tussenproducten als mousserende tussenproducten met een alcoholgehalte van:
a. niet meer dan 15% vol € 100,22;
b. meer dan 15% vol € 141,17.
1.
Onder overige alcoholhoudende produkten worden verstaan:
a. alle produkten van GN-codes 2207 en 2208 met een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol, ook wanneer deze produkten bestanddeel zijn van een produkt van een GN-code uit een ander hoofdstuk van de gecombineerde nomenclatuur;
b. produkten van GN-codes 2204, 2205 en 2206 met een alcoholgehalte van meer dan 22%vol.
2.
Onder overige alcoholhoudende produkten worden mede verstaan gedistilleerde dranken als bedoeld in het eerste lid, wanneer deze dranken andere produkten, al dan niet in oplossing, bevatten.
Artikel 13
De accijns bedraagt voor overige alcoholhoudende produkten per hectoliter bij een temperatuur van 20°C per volume-percent alcohol € 16,86.
Artikel 14
Voor de toepassing van artikel 13 wordt het volume van overige alcoholhoudende produkten die bestaan uit een vloeistof waarin zich bestanddelen in vaste vorm bevinden, gesteld op het volume van het gehele produkt.
1.
Onder minerale oliën worden verstaan de producten van de GN-codes:
a. 1507 tot en met 1518, indien deze zijn bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als brandstof voor verwarming;
b. 2706 tot en met 2710;
c. 2711, met uitzondering van aardgas;
d. 2712 tot en met 2715;
e. 2901 en 2902;
f. 2905 11 00, die niet langs synthetische weg zijn verkregen en zijn bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als brandstof voor verwarming;
g. 3403;
h. 3811;
i. 3817;
j. 3824 90 99, indien deze zijn bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als brandstof voor verwarming.
2.
Als minerale oliën worden mede aangemerkt:
a. andere produkten dan minerale oliën als bedoeld in het eerste lid, die zijn bestemd voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt als motorbrandstof, als additief of als vulstof in motorbrandstoffen;
b. andere koolwaterstoffen dan bedoeld in het eerste lid of in onderdeel a, die zijn bestemd voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt voor verwarmingsdoeleinden, met uitzondering van steenkool, bruinkool, turf, andere soortgelijke vaste koolwaterstoffen en aardgas.
1.
Voor de toepassing van het tarief worden minerale oliën onderscheiden in lichte olie, halfzware olie, gasolie, zware stookolie, vloeibaar gemaakt petroleumgas en methaan.
2.
Lichte olie wordt onderscheiden in gelode lichte olie en ongelode lichte olie.
Onder gelode lichte olie worden verstaan de producten van GN-codes 2710 11 31, 2710 11 51 en 2710 11 59. Onder ongelode lichte olie worden verstaan de producten van GN-codes 2710 11 41, 2710 11 45 en 2710 11 49.
3.
Onder halfzware olie worden verstaan de producten van GN-codes 2710 19 21 en 2710 19 25.
4.
Onder gasolie worden verstaan de producten van GN-codes 2710 19 41, 2710 19 45 en 2710 19 49.
5.
Onder zware stookolie worden verstaan de producten van GN-codes 2710 19 61 tot en met 2710 19 69.
6.
Onder vloeibaar gemaakt petroleumgas worden verstaan de produkten van GN-codes 2711 12 11 tot en met 2711 19 00.
7.
Onder methaan worden verstaan de produkten van GN-code 2711 29 00.
8.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het bepalen van het loodgehalte van lichte olie.
1.
De accijns bedraagt voor:
a. lichte olie, per 1000 L bij een temperatuur van 15°C € 857,39 indien het gelode lichte olie betreft en € 769,90 indien het ongelode lichte olie betreft;
b. halfzware olie en gasolie, per 1000 L bij een temperatuur van 15°C € 484,47;
c. zware stookolie, per 1 000 kg € 36,33;
d. vloeibaar gemaakt petroleumgas, per 1000 kg € 336,34;
e. methaan nihil.
2.
Voor de toepassing van het tarief als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, worden bij ministeriële regeling regels gesteld met betrekking tot de herleiding van de actuele hoeveelheden minerale oliën naar hoeveelheden bij een temperatuur van 15°C.
1.
Andere minerale oliën dan die waarvoor in artikel 27, eerste lid, een accijnstarief is vermeld, worden, indien zij zijn bestemd voor gebruik, worden aangeboden voor verkoop of worden gebruikt als brandstof voor verwarming of als motorbrandstof, aan de accijns onderworpen naar het ingevolge artikel 27, eerste lid, voor de gelijkwaardige brandstof of motorbrandstof geldende tarief.
2.
Onverminderd het eerste lid worden minerale oliën van GN-codes 3811 11 10, 3811 11 90, 3811 19 00 en 3811 90 00 voor de toepassing van het tarief gelijkgesteld met de motorbrandstof waaraan zij bestemd zijn te worden toegevoegd.
3.
Minerale oliën als bedoeld in artikel 25, tweede lid, onderdeel a, worden aan de accijns onderworpen naar het ingevolge artikel 27, eerste lid, voor de gelijkwaardige motorbrandstof geldende tarief.
4.
Minerale oliën als bedoeld in artikel 25, tweede lid, onderdeel b, worden aan de accijns onderworpen naar het ingevolge artikel 27, eerste lid, voor de gelijkwaardige brandstof geldende tarief.
5.
Minerale oliën die kunnen worden gelijkgesteld met meer dan één soort minerale olie worden voor de toepassing van het tarief gelijkgesteld met de soort minerale olie die van de desbetreffende soorten het eerst is vermeld in artikel 26, eerste lid.
6.
Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing op minerale oliën van GN-codes 3811 11 10, 3811 11 90, 3811 19 00 en 3811 90 00 die aan meer dan een soort motorbrandstof kunnen worden toegevoegd.
Artikel 29
Onder tabaksprodukten wordt verstaan tot verbruik bereide tabak in de vorm van sigaren, sigaretten en rooktabak.
1.
Onder sigaren worden verstaan de volgende producten, indien zij geschikt zijn om en, gelet op hun kenmerken en de normale verwachtingen van de consument, uitsluitend bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt:
a. tabaksrolletjes met een dekblad van natuurlijke tabak;
b. tabaksrolletjes bestaande uit een gebroken melange, met een dekblad van gereconstitueerde tabak dat de normale kleur heeft van een sigaar en het product volledig omhult, in voorkomend geval met inbegrip van het filter, doch met uitzondering van het mondstuk, en waarvan het gewicht per stuk, zonder filter of mondstuk, ten minste 2,3 gram en niet meer dan 10 gram bedraagt en de omtrek over ten minste een derde van de lengte 34 mm of meer bedraagt.
2.
Als sigaren worden mede aangemerkt producten die gedeeltelijk uit andere stoffen dan tabak bestaan, doch overigens voldoen aan het bepaalde in het eerste lid.
1.
Onder sigaretten worden verstaan niet als sigaren aan te merken tabaksrolletjes die geschikt zijn om als zodanig te worden gerookt, alsmede tabaksrolletjes die door middel van een eenvoudige niet-industriële handeling in een huls van sigarettenpapier worden geschoven of met sigarettenpapier worden omhuld.
2.
Als sigaretten worden mede aangemerkt produkten die geheel of gedeeltelijk uit andere stoffen dan tabak bestaan, doch overigens voldoen aan het bepaalde in het eerste lid.
1.
Onder rooktabak wordt verstaan niet als sigaren of als sigaretten aan te merken voor roken geschikte tabak.
2.
Als rooktabak worden mede aangemerkt produkten die geheel of gedeeltelijk uit andere stoffen dan tabak bestaan, doch overigens voldoen aan het bepaalde in het eerste lid.
1.
De accijns bedraagt in percenten van de kleinhandelsprijs voor:
a. sigaren 5;
b. sigaretten 0,83 benevens per 1000 stuks € 179,07, met dien verstande dat het totale bedrag van de accijns per 1000 stuks ten minste € 181,58 bedraagt;
c. rooktabak 4,60 benevens per kilogram € 78,68, met dien verstande dat het totale bedrag van de accijns per kilogram ten minste € 99,25 bedraagt.
2.
Onder de kleinhandelsprijs van een tabaksprodukt wordt verstaan de prijs waarvoor dat produkt aan anderen dan wederverkopers wordt verkocht, met inbegrip van alle belastingen en de kosten van de verpakking.
3.
Voor de berekening van de accijns wordt voor tabaksprodukten die worden verbruikt binnen een accijnsgoederenplaats voor tabaksprodukten de kleinhandelsprijs gesteld op die van gelijke dan wel soortgelijke produkten die worden verbruikt buiten de accijnsgoederenplaats.
4.
Voor de berekening van de accijns wordt een tabaksrolletje als bedoeld in artikel 31 aangemerkt als twee sigaretten wanneer het, zonder filter of mondstuk, meer dan 8 cm doch niet meer dan 11 cm lang is, en als drie sigaretten wanneer het, zonder filter of mondstuk, meer dan 11 cm doch niet meer dan 14 cm lang is, enzovoort.
1.
Bij ministeriële regeling worden de in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, vermelde tarieven gewijzigd bij wijziging van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van sigaretten onderscheidenlijk rooktabak.
2.
Indien bij wijziging van de tarieven bedoeld in het eerste lid de in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c opgenomen tarieven lager of gelijk zijn aan de voor de wijziging geldende tarieven blijft het eerste lid buiten toepassing.
3.
De gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs is gelijk aan de op basis van de kleinhandelsprijs berekende totale waarde van alle tot verbruik uitgeslagen sigaretten respectievelijk rooktabak, gedeeld door de totale hoeveelheid tot verbruik uitgeslagen sigaretten respectievelijk rooktabak.
4.
De gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs wordt uiterlijk op 15 januari van elk jaar gepubliceerd op basis van alle tot verbruik uitgeslagen sigaretten respectievelijk rooktabak in de periode van 1 oktober tot en met 30 september voorafgaand aan de datum van publicatie.
5.
Een wijziging overeenkomstig het eerste lid treedt in werking met ingang van 1 april van het jaar volgend op het jaar waarop de nieuwe vaststelling van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs is gebaseerd.
6.
De wijziging van de tarieven voor sigaretten respectievelijk rooktabak geschiedt zodanig dat het tarief van het specifieke gedeelte van de accijns voor de gewijzigde gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs wordt gebracht op 76,5 percent respectievelijk 70 percent van de som van het bedrag van de accijns en het bedrag van de omzetbelasting van die gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.
7.
Bij de wijziging van de tarieven voor sigaretten respectievelijk rooktabak bedraagt het totale bedrag van de accijns van sigaretten respectievelijk rooktabak van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs na de wijziging ten minste 60 percent respectievelijk 52 percent van die gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.
8.
De wijziging van de bedragen die in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, zijn opgenomen als de ten minste te betalen accijns voor 1 000 stuks sigaretten respectievelijk 1 000 gram rooktabak, geschiedt zodanig dat deze accijns na de wijziging van de tarieven gelijk is aan het totale bedrag van de accijns voor 1 000 stuks sigaretten respectievelijk 1 000 gram rooktabak van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.
9.
Bij de wijziging wordt het tarief van het percentuele gedeelte van de accijns op honderdsten van een percent afgerond.
1.
Voor de toepassing van deze wet en de daarop gebaseerde regelingen wordt verstaan onder:
a. alcoholgehalte van een accijnsgoed: het aantal volumepercenten alcohol daarin bij een temperatuur van 20 °C;
b. alcohol: ethanol en de alcoholen die bij het vervaardigen van ethanol zijn ontstaan voor zover zij niet zijn afgescheiden van de ethanol.
2.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het bepalen van het alcoholgehalte.
Artikel 38
Bij ministeriële regeling kan met betrekking tot bier, wijn, tussenprodukten, overige alcoholhoudende produkten en tabaksprodukten in kleinhandelsverpakking worden bepaald dat voor de berekening van de accijns het volume of de massa van die goederen dat is vermeld op die verpakking in aanmerking wordt genomen.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen
- Hoofdstuk II. Definities van de accijnsgoederen en tarieven
+ Hoofdstuk III. Uitslag tot verbruik
+ Hoofdstuk IV. Invoer
+ Hoofdstuk V. Vrijstellingen en teruggaven
+ Hoofdstuk Va
+ Hoofdstuk VI. Bijzondere bepalingen
+ Hoofdstuk VII. Verbodsbepalingen en strafbepalingen
+ Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht